GELDROP-MIERLO - Het risico op natuurbranden is de afgelopen weken toegenomen. Recent woedde er onder andere een brand in Nationaal Park De Maasduinen bij het Noord-Limburgse dorp Bergen, waarbij zo’n vijf hectare verloren ging. Wat betekent dit verhoogde risico voor de rest van de zomer, hoe bestrijdt de brandweer natuurbranden en wat kan jij doen? Dit zijn zeven vragen en antwoorden over de bestrijding van natuurbranden.
Het is opvallend dat er nu al veel risico is op natuurbrand, aangezien vorig jaar het vroege voorjaar erg droog was en er eerder in het seizoen natuurbranden waren. Dit jaar was het voorjaar echter veel natter en is het risico pas in de loop van mei toegenomen. Het is belangrijk op te merken dat ieder jaar anders is.
Het oplopen van de temperatuur, de stabiele noordenwind en het gebrek aan neerslag zorgen ervoor dat de vegetatie en de brandstoffen op de bodem van natuurgebieden uitdrogen, wat de kans op een snelle uitbreiding van een natuurbrand vergroot. Momenteel zijn er zo'n vijf tot tien meldingen per dag, maar dit aantal kan sterk variëren.
De brandweer is goed voorbereid op natuurbranden, maar het bestrijden ervan blijft een uitdaging. Natuurbranden vinden vaak plaats op moeilijk bereikbare locaties en er is veel brandstof aanwezig, waardoor het vuur zich gemakkelijk kan verspreiden. De brandweer heeft speciale voorzorgsmaatregelen getroffen om natuurbranden te bestrijden en onder controle te houden. Lokale brandweerkorpsen spelen hierbij een belangrijke rol en worden ondersteund door terreinvaardige voertuigen, handcrews, helikopters en drones.
Er zijn twee handcrews die in heel Nederland kunnen worden ingezet: één vanuit de veiligheidsregio's IJsselland en Twente, en een handcrew vanuit de veiligheidsregio's Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord, Brabant Zuid-Oost en Limburg-Noord. De handcrew heeft als hoofdtaak het verwijderen van brandstof. Ze gaan te voet met handgereedschap en kunnen op alle plekken komen die voor voertuigen moeilijk bereikbaar zijn. In de avond- en nachtperiode, wanneer de wind is gaan liggen, zoeken ze naar ondergrondse brandhaarden, ook wel hotspots genoemd, en blussen deze. Daarnaast kunnen ze stoplijnen aanleggen, smalle stroken zonder brandbare vegetatie, die kunnen worden versterkt met water of andere middelen om verdere verspreiding van de brand te voorkomen. Deze teams beschikken over speciale kleding en kunnen elkaar ondersteunen indien nodig.
Naast de inzet van handcrews maakt de brandweer ook gebruik van brandbestrijding vanuit de lucht, genaamd Fire Bucket Operations (FBO). Hierbij wordt een grote waterzak, een 'Fire Bucket', vanuit een helikopter boven de brand leeggemaakt. Een bijzonder aspect van deze vorm van brandbestrijding is dat de brandweer militaire ondersteuning ontvangt.
Het bepalen van het risico gebeurt dagelijks door de veiligheidsregio's. Ze gebruiken meetstations in de natuur die onder andere de luchtvochtigheid, windsnelheid, neerslag, temperatuur en brandstofvochtigheid meten. Daarnaast hebben ze contact met meteorologen voor weerberichten en communiceren ze met natuurbeheerders. Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) ondersteunt de veiligheidsregio's bij het in kaart brengen van het landelijke beeld van het natuurbrandrisico. Op basis van al deze informatie wordt besloten of het risiconiveau moet worden aangepast en of er extra maatregelen moeten worden genomen, zoals de inzet van luchtsurveillance om natuurbranden snel te lokaliseren en het direct alarmeren van extra brandweervoertuigen bij een melding van een natuurbrand. Hierdoor kan er snel en effectief worden gereageerd om de brand onder controle te krijgen.
De droogte betekent niet automatisch dat we de rest van de zomer een verhoogd risico op natuurbranden hebben. Het natuurbrandrisico is sterk afhankelijk van de meteorologische omstandigheden, zoals de droogte, luchtvochtigheid, temperatuur, windrichting en -snelheid. Bij regelmatige neerslag blijft het risico laag. Momenteel ervaren we een langdurige periode van droogte, en het risico zal pas afnemen als er regelmatig neerslag valt.
Als bewoner of bezoeker van een natuurgebied kun je ook een bijdrage leveren aan het voorkomen van natuurbranden. In Nederland (en in heel Europa) worden bijna alle natuurbranden veroorzaakt door menselijk handelen, zowel bewust als onbewust. Als je dichtbij een natuurgebied woont of gaat wandelen of recreëren, is het belangrijk om extra bewust te zijn. Maak geen vuur in de natuur, wees alert op verdachte situaties en voorkom het per ongeluk veroorzaken van een natuurbrand. Gooi sigaretten en glas altijd in een prullenbak of neem ze mee, denk aan de kolen van de barbecue of opgehoopt tuinafval dat kan broeien. Parkeer je auto met een hete katalysator niet op hoog en droog gras. Als je een brand ziet ontstaan, blijf dan kalm, bel 112 en geef de locatie van de natuurbrand door. Probeer een grote brand niet zelf te blussen, verlaat de plek in de richting van de openbare weg of bebouwde kom, loop niet voor de brand uit, blijf uit de rook en loop altijd haaks op de rookwolk. Het kan moeilijk zijn om je locatie door te geven in de natuur, dus maak gebruik van de 112-app die je locatie direct doorgeeft aan de meldkamer.
Download de gratis app van Geldrop-Mierlo24 en mis niets → Apple | Android